Verklarende woordenlijst

Hier vindt u de belangrijkste termen met betrekking tot “daktoebehoren” op een begrijpelijke manier uitgelegd. Of u nu nieuw bent in het dakdekkersvak of een expert, bij FLECK vindt u altijd de relevante voorschriften en DIN-normen. Om ervoor te zorgen dat u altijd het zekere voor het onzekere neemt en ook de juiste woorden vindt, hebben wij hier de belangrijkste informatie voor u verzameld.

Hebt u specifieke vragen die een persoonlijk contact vereisen? Neem dan nu contact op met onze medewerkers.

Algemeen
Aanbouwelement

Volgens DIN 18531-3, punt 7.8 is een aanbouwelement de component voor terugloopbestendige overbrugging van de thermische isolatie. Aan het aanbouwelement wordt de afdichtingsbaan waterdicht aangesloten. Volgens deze norm wordt met de dakafvoer een tweedelige dakstructuur (warm dak) gecreëerd. Tweedelige afvoeren worden daarom meestal bij warmtegeïsoleerde platte daken gebruikt.

Voor tweedelige afvoeren in platte daken worden de termen onderstukken, basisdelen, afvoeren, aanbouwelement “op de markt” soms synoniem gebruikt, maar ze worden ook verschillend geïnterpreteerd en toegepast.

DIN 1253-2 geeft de volgende informatie in aanvulling op de bovenstaande passage in DIN 18531:

“Tweedelige dakafvoeren moeten een dichte verbinding tussen afvoer en aanbouwelement hebben.”

De opbouw van een tweedelige afvoer aanbouwelement met FLECK-producten is als volgt: in de dampremmende laag wordt ofwel een platdak-afvoer of een platdak-onderuitloop of een platdak-onderstuk ingebouwd en luchtdicht met de dampremmer (bitumineus of kunststof) verbonden.

In deze toestand werken de geïnstalleerde producten als een afvoer en kunnen platte daken tijdens de bouwfase voordat het platte dak volledig geïsoleerd en afgedicht is, veilig afwateren. Dit betekent dat – ongeacht de naam – deze in de dampremmende laag ingebouwde component allereerst als afvoer moet functioneren.

Als het platte dak vervolgens bijvoorbeeld van een isolatie wordt voorzien en er daarna een dakafdichting (bitumen- of kunststof- resp. elastomeer dakbaan) op wordt gelegd, moet deze extra opbouw met een zogenaamd aanbouwelement worden aangevuld. Het aanbouwelement overbrugt het isolatieniveau en neemt weer de functie aan van een “aangebouwde” platdakafvoer. Het aanbouwelement heeft meestal een afkortbaar buisstuk, dat in de aanwezige FLECK platdak-afvoer of FLECK platdak-onderuitloop of het FLECK platdak-onderstuk wordt ingestoken. Om de op deze manier gevormde tweedelige platdakafvoer damp- en waterdicht te verbinden, kunnen de twee componenten ofwel aan elkaar worden gelijmd of worden vastgezet met een FLECK platdak-onderstuk met terugslagafdichting.

Conclusie: Bij alle  FLECK platdak-afvoeren, FLECK platdak-renovatieafvoeren en FLECK platdak-onderuitlopen gaat het in principe om geschikte aanbouwelementen die in bestaande afvoeren, onderuitlopen of onderstukken worden ingebouwd en zo een verlengde tweedelige afvoer in het platte dak vormen om op deze manier het isolatieniveau veilig te overbruggen.

Bij een  FLECK platdak-onderuitloop, die in de dampremmende laag is ingebouwd, moet erop worden gelet dat de potdiameter overeenkomt met een DN 150-buis en zo met een FLECK platdak-afvoer DN 150 wordt uitgebreid (let op: vergeet niet te lijmen, want de onderuitloop heeft geen terugslagafdichting).

Daktoebehoren

Het FLECK-daktoebehoren omvat een uitgebreid productprogramma met aanvullende producten voor de dakdekkersbranche. De producten worden vervaardigd voor de toepassingsgebieden schuine daken, platte daken en zonnesystemen. Deze omvatten volledig gemonteerde dakpansystemen voor ontluchtingen, doorvoeren, dakbetreding, sneeuwvangsystemen, fotovoltaïsche en thermische zonne-energiesystemen en bijpassende toebehoren. De van individuele flenzen voorziene platdakventilators, -doorvoeren, -onderuitlopen en -afvoeren, inspectieputten en bijbehorende aanvullende toebehoren, zoals de unieke bladzeef ROOFGUARD, maken het eenvoudiger om veilige platte daken te bouwen.

Nok

Met daknok (afgekort nok) wordt het bovenste, meestal horizontale uiteinde van een schuin dak aangeduid. Dit is waar de twee hellende dakvlakken van bijvoorbeeld een schuin dak samenkomen. Bij pannendaken bestaat de bedekking van de nok meestal uit halfronde noktegels of -pannen die de bovenste uiteinden van beide dakvlakken bedekken om ze tegen regen te beschermen. Bij oudere pannendaken worden de nokpannen vaak in mortel gelegd. Moderne nokoplossingen kunnen geklemd en met speciale nokelementen worden uitgerust. Ze bieden de dakvlakken ventilatiemogelijkheden over de hele nok, het hoogste punt van het dak. Hierdoor kan lucht van de goot naar de nok stromen. In de regel loopt de nok horizontaal, maar in uitzonderlijke gevallen kan hij ook met een helling lopen en moet hij niet met de zogenaamde graat worden verward.

 

Platdak-onderstukken

Platdak-onderstukken dienen voor de doorvoer van ventilatieleidingen, afwateringen en andere doorvoeren, bijvoorbeeld door plafonds van beton. De eendelige onderstukken van FLECK bestaan uit een stevige flens en een aansluitbuis in de diameters DN 50 – DN 500. Platdak-onderstukken vormen een pasnauwkeurige onderbouw voor aanbouwelementen, dakafvoeren, onderuitlopen, ventilators en zwanenhalzen in de bijbehorende diameters.

Er zijn hiervoor twee varianten om uit te kiezen:

  1. Onderstukken voor het verlijmen van de aangesloten buizen van ventilatoren, afwateringen en doorvoeren
  2. Onderstukken met geïntegreerde terugslagafdichting voor vereenvoudigde installatie (zonder lijmen!) van de erop geplaatste ventilatoren, afwateringen en doorvoeren

Informatie over het product vindt u hier.

Flens

Onder een flens wordt over het algemeen een ringvormige schijf verstaan die wordt gebruikt om buizen met elkaar te verbinden. In de regel wordt deze ring stevig aan het uiteinde van een buis bevestigd. De twee buizen worden dan verbonden met bouten, die door gaten in de aangrenzende flenzen worden gestoken, en moeren..

Op basis hiervan noemt FLECK de basis of schotel van zijn platdakproducten een flens. FLECK producten hebben flenzen in verschillende maten en vormen en worden gebruikt voor een veilige ondersteuning op vlakke oppervlakken zoals platte daken. Conische gaten op de flens vergemakkelijken een veilige bevestiging aan de ondergrond. Een flens maakt een professionele aansluiting van dampremmers en dakbanen mogelijk. De technische specificaties van de fabrikant van de folie of de dakafdichtingsmaterialen moeten worden nageleefd. Op de flens kunnen bij FLECK al in de fabriek kragen worden aangebracht van de meest voorkomende dakafdichtingsbanen (bitumen-, kunststof- en elastomeer dakbanen).

Graat

Binnen dakvlakken vormt de graat de bovenste verbindingslijn tussen twee hellende dakvlakken, die schuin loopt in het verbindingsgedeelte. Deze wordt typisch aangetroffen bij schilddaken, mansardedaken, tentdaken, kreupele schilddaken en dakkapellen. Bij een graat bestaat de afdekking van de nok uit meestal halfronde noktegels of -pannen die de bovenste uiteinden van beide dakvlakken bedekken om ze tegen regen te beschermen. Deze kunnen in mortel worden gelegd of geklemd. Het contastuk van een graat is de lagere hellende verbindingslijn tussen twee hellende dakvlakken, die als kiel wordt aangeduid.

Kiel

De kiel is het contrastuk van de graat.Het is de onderste hellende verbindingslijn van twee hellende dakvlakken. Langs deze verbindingslijn wordt het water dat van de samenkomende dakvlakken komt, via aangepaste kilgoten in de richting van de goot of dakgoot afgevoerd.

Inspectieput

FLECK inspectieputten worden gebruikt op warmtegeïsoleerde platte daken. Ze maken een snelle controle mogelijk van het isolatiemateriaalniveau, zonder dat de platdakafdichting geopend hoeft te worden. Binnengdrongen water of een verhoogde vochtophoping wordt in een inspectieput snel herkend. Inspectieputten worden als tweedelige oplossing (gesleufd onderstuk + inspectieput) aangeboden, maar ook als  eendelige oplossing bijv. voor inbouw achteraf.

FLECK gebruikt bij inspectieputten voor geïsoleerde platte daken ter minimalisering van warmtebruggen een stevige EPS-isolatiekern in de warmtegeleidingsgroep WLG 040, die kan worden verwijderd voor inspectie.

Opmerking: In Oostenrijk zijn inspectieputten conform ÖNORM B 3691 verplicht voor daken in gebruikscategorie K3.

Kraag

In algemeen technisch taalgebruik is een kraag een omhulsel, bijvoorbeeld om een object te beschermen, te stabiliseren of te scheiden. Als kraagafdichting kan deze ook worden gebruikt om een dichte verbinding te creëren tussen twee systemen.

Op basis hiervan bestaan FLECK-kragen meestal uit bitumen lasbanen of kunststof en elastomeer dakbanen. Deze worden door FLECK gebruikt voor platdakproducten met een flens. De kragen worden in de fabriek vast verbonden met de flenzen en maken het voor de dakinstallateur gemakkelijker om ze ter plaatse vakkundig aan te sluiten op de bestaande dakbanen.

Vanwege het grote aantal dakafdichtingsmaterialen dat op de markt verkrijgbaar is, biedt FLECK een ruime keuze aan geschikte kragen aan. Dit geldt in het bijzonder voor kunststof en elastomeer dakbanen op basis van het brede scala aan materialen dat op de markt verkrijgbaar is. Gekalanderd of geëxtrudeerd vervaardigd zijn gebruikelijke kunststof- en elastomeer dakbanen die voor afdichting beschikbaar zijn op basis van: PVC, PIB, ECB, EVA, EPDM en FPO. Hierachter zitten de volgende materialen:

  • ECB (ethyleenpolymerisaat-bitumen)
  • EPDM (ethyleen-propyleen-dieen-terpolymeer)
  • EVA/EVAC (ethyleen-vinylacetaat terpolymeer/-copolymeer)
  • FPO (flexibele polyofine op basis van PE of PP)
  • PIB (polysobutyleen)
  • PVC-P (polyvinylchloride (bitumencompatibel bc of niet-bitumencompatibel nb)
  • TPE (thermoplastische elastomeren)
Berm

Als berm worden de randen van het dakvlak aan de puntgevelzijde aangeduid. Ze vormen het zijdelingse uiteinde van een dakvlak dat langs de puntgevel loopt. Hier komen de dakstoel, de dakbekleding en de puntgevel samen. Het bermgebied wordt beschouwd als bijzonder gevoelig, omdat hier vocht en ongewenste luchtstromen kunnen ontstaan als het werk niet correct wordt uitgevoerd. Om dit te voorkomen, moeten er in de berm voorzorgsmaatregelen worden genomen die voldoen aan de eisen voor thermische isolatie, luchtdichtheid, winddichtheid, bescherming tegen regen en bescherming tegen windzuiging.

Goot

De dakgoot, kort: goot, is de laagste druiprand op het hellende dak van een gebouw. Via de goot loopt het opgevangen regenwater weg. Een goot wordt vaak aan het uiteinde van de dakrand aangebracht om het water op te vangen en veilig af te voeren. Het dakvlak tussen de buitenmuur van het gebouw en de goot wordt ook wel het dakoverstek genoemd. Het dakoppervlak wordt van de goot naar beneden afgegrensd. De bovenste begrenzing wordt als daknok aangeduid en de zijdelingse begrenzingen als berm. Graat en kiel vertegenwoordigen verdere begrenzingen in het dakvlak.

Warmtegeleidingsgroep (WLG)

WLG beschrijft de warmtegeleidingsgroep van thermische isolatiematerialen. De warmtegeleidingsgroepen worden ingedeeld in stappen van 0,005 W/(mK)*, dus WLG 035, WLG 040, WLG 045 etc. Hierbij geldt: hoe lager de WLG-waarde, hoe beter de thermische isolatie-eigenschappen.

De toewijzing van een thermisch isolatiemateriaal aan een WLG wordt altijd bepaald aan de hand van de eerste drie cijfers achter de komma van de warmtegeleidingscoëfficiënt “λ”. De warmtegeleidingscoëfficiënt “λ” wordt meestal uitgedrukt in W/(mK). Thermische isolatiematerialen met een

λ –waarde van 0,036-0,040 W/(mK) worden dan ingedeeld in WLG 040.

FLECK gebruikt bij inspectieputten voor geïsoleerde platte daken ter minimalisering van warmtebruggen een stevige EPS-isolatiekern in WLG 040, die kan worden verwijderd voor inspectie.

*W = watt, m = meter, K = kelvin

Dakbanen
Dakbanen

Banen voor afdichting van ongebruikte en gebruikte dakoppervlakken moeten geschikt zijn voor het beoogde doel en moeten op elkaar en op de afdichtingondergrond zijn afgestemd. De materialen die in elk afzonderlijk geval geschikt zijn voor het afdichten van daken en de doelmatige opbouw in lagen van isolatie en afdichting moeten al in de planningsfase van het dak worden bepaald. Bij dakbanen kan grofweg onderscheid worden gemaakt tussen de volgende twee groepen:

  • Kunststof- en elastomeerdak- en afdichtingsbanen
  • Bitumenbanen
Kunststof en elastomeer dakbedekkings- en afdichtingsbanen

Kunststof en elastomeer dakbedekkings- en afdichtingsbanen zijn gebaseerd op een brede waaier aan materialen met verschillende eigenschappen en bieden tal van toepassingsmogelijkheden. Gangbare kunststof en elastomeer banen voor afdichting, vervaardigd in gekalanderde of geëxtrudeerde vorm, zijn verkrijgbaar op basis van de volgende materialen:

Banenmateriaal:: Samenstelling:
ECB Ethyleenpolymerisa
EPDM Ethyleen-propyleen-dieen-terpolymeer
EVA/EVAC Ethyleen-vinylacetaat terpolymeer/-copolymeer
FPO Flexibele polyolefine (op basis van PE of PP)
PIB Polysobutyleen
PVC-P Polyvinylchloride (bitumencompatibel bc of niet-bitumencompatibel)
TPE Thermoplastische elastomeren

Deze afdichtingen bieden dus een grote verscheidenheid aan materialen en dekken een breed scala aan toepassingen af. Los gelegd, mechanisch bevestigd of volledig verlijmd, worden ze gebruikt in de nieuwbouw en voor reparaties. Het assortiment van de fabrikant omvat banen met een materiaaldikte van 1,2 mm tot meer dan 2,5 mm. Naast vele andere toepassingen zijn kunststofbanen ook geschikt voor het veilig en milieuvriendelijk afdichten van groendaken.

ECB ethyleenpolymerisaat-bitumen

ECB is de materiaalbenaming voor een zwart gekleurd mengsel op basis van hoogwaardige polyethyleen-copolymeren met variërende verhoudingen van speciale en verschillende amorfe bitumenkwaliteiten. Het zuivere bitumen is homogeen ingebed in de polymeermatrix en kan daarom als vrijstromend granulaat op conventionele kunststofverwerkingssystemen worden verwerkt. ECB combineert de positieve eigenschappen van polyolefinen met bitumen. ECB wordt gekenmerkt door een goede taaiheid, een hoog biaxiaal rekvermogen en flexibiliteit, ook bij lage temperaturen. Een speciale stabilisatie geeft ECB een uitstekende weerstand hitteveroudering en UV-stralen. ECB is niet alleen grotendeels bestand tegen verwering en veroudering, maar is ook thermisch stabiel.

EPDM ethyleen-propyleen-dieen-terpolymeer

EPDM is een synthetisch rubber met een verzadigde hoofdketen, het heeft dubbele bindingen in de zijketens en kan daarom worden gevulkaniseerd met zwavel. Het rubberelastische materiaal EPDM wordt gebruikt in een groot aantal industriële toepassingen, bijvoorbeeld voor profielen in de auto- en apparatenbouw, voor transportbanden, slangen voor wasmachines en vaatwaters, afdichtingen in waterfittingen, voor kabelmantels enz. In gebouwen worden EPDM-afdichtingsbanen gebruikt voor het afdichten van daken en gevels of als vijverfolie voor het afdichten van folievijvers (zwemvijvers en waterbekkens). Het materiaal wordt overal gebruikt waar robuuste waterdafichtingsmaterialen nodig zijn die bestand zijn tegen UV, ozon, zuren en mechanische belasting. In 1968 werd het eerste platte dak in Europa afgedicht met EPDM.

EVA/EVAC ethyleen-vinylacetaat terpolymeer/-copolymeer

EVAC, vroeger ook bekend als EVA, zijn copolymeren gemaakt van ethyleen en vinylacetaat. Ze zijn verkrijgbaar als granulaat, waterige dispersie, poeder, en ook als filmmateriaal. De kunststof heeft een hoge hittebestendigheid en een goede verouderingsbestendigheid. De eigenschappen en mogelijke toepassingen kunnen echter sterk variëren, afhankelijk van het aandeel gecopolymeriseerd vinylacetaat. Vinylacetaatgehaltes tot 7% worden bijna uitsluitend gebruikt om de eigenschappen van folie te verbeteren (in het bijzonder om de breukrek te verhogen). Ongeveer de helft van de EVAC-productie wordt geproduceerd met een vinylacetaatgehalte van minder dan 7%. EVAC met een vinylacetaatgehalte van 7 tot 18% wordt vaak exclusief gebruikt voor speciale toepassingen. Voorbeelden zijn koudebestendige uittrekbare tuiten van jerrycans, folie voor land- en tuinbouw, inlasfolie (kantoorbenodigdheden, zonnepanelen), douchegordijnen, vloerbedekkingen, dakbanen en elektrische kabels. In fotovoltaïsche toepassingen worden zonnecellen ingebed in EVAC. Hierbij wordt het in folie gebruikte EVAC gesmolten bij temperaturen rond 150 °C, wordt kristalhelder en vormt een driedimensionaal net. Na afkoeling ontstaat er een permanente verbinding die de cellen beschermt tegen invloeden van buitenaf.

FPO flexibele polyolefine (op basis van PE of PP)

Dakbanen van thermoplastische polyolefine (TPO) behoren tot de groep kunststof afdichtingssystemen en bestaan uit legeringen van verschillende afzonderlijke kunststoffen zoals polyethyleen, polypropyleen en polybutyleen en een geïntegreerde versterking. Verschillende verenigingen en fabrikanten noemen ze ook wel flexibele polyolefinen (FPO) omdat ze aanzienlijk minder stijf zijn dan bijvoorbeeld polyethyleen. Ze worden gekenmerkt door een goede chemische weerstand en elektrisch isolerende eigenschappen. Van FPO (PE) worden onder andere folies, blaasfolies, krimpfolies, krimpkousen, coatings en verpakkingen gemaakt. FPO (PP) wordt gebruikt als verpakking in de medische en voedingssector, voor vezels en buizen.

PIB polyisobutyleen

PIB werd voor het eerst geproduceerd in 1931 door de Badischen Anilin- und Sodafabrik (BASF SE) in Ludwigshafen-Oppau en onder de handelsnaam Oppanol op de markt gebracht. PIB kan worden verwerkt in oplossingen en dispersies voor coatings. Net als rubber kan het ook op walserijen, in kneedmachines, persen, door kalanderen en extrusie worden verwerkt. De verwerkingstemperatuur ligt daarbij tussen 150 °C en 240 °C. Andere toepassingen zijn afdichtmiddelen, waxadditieven voor lamineren en coaten, pleisterlijmen en spuitpleisters, insectenlijm op gele platen, grondstoffen voor de productie van kauwgom, dakafdichtingsbanen, mengsels met polyolefinen om de verwerkbaarheid te verbeteren en het plastificeren van explosieven zoals PETN of hexogeen. Polyisobutyleen wordt ook gebruikt als additief in andere kunststoffen, zoals butylrubbermengsels en als smeermiddeladditief.

PVC-P Polyvinylchloride (bitumencompatibel bc of niet-bitumencompatibel nb)

Polyvinylchloride is een thermoplastisch polymeer geproduceerd door ketenpolymerisatie van het monomeer vinylchloride. PVC is na polyethyleen en polypropyleen het derde belangrijkste polymeer voor kunststoffen. PVC-kunststoffen worden onderverdeeld in hard en week PVC. Hard PVC wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van raamprofielen, buizen en vinylplaten. Week PVC bevat additieven die leiden tot een elastisch gedrag van het materiaal. Het wordt bijvoorbeeld voor kabelmantels en vloerbedekking gebruikt. PVC is gemakkelijk te kleuren en neemt nauwelijks water op. Het is bestand tegen sommige zuren en logen en is beperkt bestand tegen ethanol, olie en benzine. Het voordeel van PVC is de duurzaamheid. Het vergaat niet in zonlicht en de mechanische eigenschappen worden niet aangetast. Water (inclusief zout zeewater) en lucht hebben weinig of geen effect op PVC. Daarom wordt PVC vooral gebruikt voor duurzame producten. De producten kunnen worden vervaardigd in een grote verscheidenheid aan kleuren en dessins. PVC-folies hebben verschillende toepassingen, bijvoorbeeld voor waterkernen in waterbedden, als kunstleer of voor folievellen/zakjes in postzegelalbums, als vijverfolies en dakbanen in de bouwsector en voor vloerbedekkingen.

TPE thermoplastische elastomeren

Thermoplastische elastomeren zijn kunststoffen die zich bij kamertemperatuur net zo gedragen als klassieke elastomeren, maar die plastisch kunnen worden vervormd bij warmtetoevoer en daardoor thermoplastisch gedrag vertonen. Thermoplastische elastomeren zijn materialen waarin elastische polymeerketens zijn geïntegreerd in thermoplastisch materiaal. Ze kunnen worden verwerkt in een puur fysisch proces met een combinatie van hoge afschuifkrachten, warmte-inwerking en daaropvolgende afkoeling. Hoewel er geen chemische verknoping door tijdrovende en temperatuurintensieve vulkanisatie nodig is zoals bij elastomeren, bezitten de geproduceerde delen rubberelastische eigenschappen door hun speciale moleculaire structuur. Bij hernieuwde blootstelling aan hitte en afschuifkrachten smelt het materiaal en vervormt het opnieuw. Dit betekent echter tegelijk dat TPE’s thermisch en dynamisch veel minder belastbaar zijn dan standaard elastomeren. TPE’s zijn daarom een supplement dat de verwerkingsvoordelen van thermoplasten combineert met de materiaaleigenschappen van elastomeren. Een groot voordeel van deze elastische kunststoffen is dat ze kunnen worden gelast om waterdichte verbindingen te maken.

Bitumenbanen

Bitumenbanen zijn banen met dragerinzetstukken en aan beide kanten bovenlagen van bitumen. Daarbij wordt meestal een onderscheid gemaakt tussen:

Lasbanen

  • PYE elastomeerbitumen (bitumen gemodificeerd met thermoplastische elastomeren)
  • PYP plastomeerbitumen (bitumen gemodificeerd met thermoplastische kunststoffen)
  • PYE/PYP combinatie van elastomeerbitumen en plastomeerbitumen

 

Koudzelfklevende banen

  • KSP koudzelfklevende polymeerbitumenbaan met dragerinzetstuk
  • KSK koudzelfklevende bitumenafdichtingsbaan met HDPE-dragerfolie
Lasbanen

PYE elastomeerbitumen (bitumen gemodificeerd met thermoplastische elastomeren)

Elastomeerbitumenbanen bestaan uit destillatiebitumen (primair bitumen) gemodificeerd met SBS (styreen-butadieen-styreen) (elastomeren). Naarmate het aandeel SBS toeneemt, krijgt het bitumen een rubberachtig gedrag, waarbij het rubbergehalte kan oplopen tot 20%. Omdat een hoger rubbergehalte het leggen en samensmelten van de banen bemoeilijkt, worden bitumen lasbanen meestal ontworpen met bijzonder smeltbare deklagen aan de onderzijde van de baan. De voordelen van dit baantype zijn de lage temperatuurgevoeligheid, de goede thermische stabiliteit en zeer goede flexibiliteit bij lage temperaturen, het uitgesproken elastische gedrag en de lange levensduur met hoge weerstand tegen verwering en veroudering.

PYP plastomeerbitumen (bitumen gemodificeerd met thermoplastische kunststoffen)

Plastomeerbitumenbanen bestaan uit destillatiebitumen (primair bitumen) gemodificeerd met APP (atactisch polypropyleen) (thermoplasten). Plastomeerbitumen lasbanen zijn afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, waar ze al tientallen jaren worden gebruikt, vooral vanwege hun hoge hittebestendigheid: ze zijn bestand tegen tientallen jaren blootstelling aan zonlicht zonder zichtbare veranderingen en zonder hun afdichtende functie te verliezen. De voordelen van dit baantype zijn de uitzonderlijke hittebestendigheid en goede koudeflexibiliteit, het plastische gedrag waardoor de baan ook een hoge mate van oppervlaktestabiliteit heeft, een lange levensduur met een hoge weerstand tegen verwering en veroudering en dat het zeer gemakkelijk smeltbaar is. Plastomeerbitumenbanen worden meestal geproduceerd als lasbanen en kunnen worden verwerkt met de lasmethode. Het kunststofgehalte van de meest hoogwaardige lasbanen bedraagt tot 40% van het bitumengehalte; plastomeerbitumen lasbanen met een laag kunststofgehalte lijken meer op elastomeerbitumen lasbanen.

PYE/PYP combinatie van elastomeerbitumen en plastomeerbitumen

PYE/PYP – combinaties bereiken een beter koud buiggedrag en een grotere flexibiliteit bij lage temperaturen – in combinatie met polyestervlies en combinatiedraaglagen bereiken zowel elastomeerbitumen- als plastomeerbitumenbanen uitstekende mechanische eigenschappen (trekgedrag, rek- en perforatieweerstand).

Koudzelfklevende banen

KSP koudzelfklevende polymeerbitumenbaan met dragerinzetstuk

Koudzelfklevende banen zijn polymeerbitumenbanen die in de fabriek met een koudzelfklevende laag zijn uitgerust, en die na het lostrekken van de scheidingsfolie of van het scheidingspapier onder druk op een geschikte ondergrond worden gelegd. De deklaag aan de onderkant is in de fabriek koudzelfklevend gemaakt. Dit betekent dat de baan gelijmd kan worden zonder dat er veel warmte aan te pas komt. Thermische activering, vooral bij koele buitentemperaturen, wordt echter door veel fabrikanten aanbevolen.

KSK koudzelfklevende bitumenafdichtingsbaan met HDPE-dragerfolie

KSK-bitumenbanen worden gebruikt voor het afdichten van gebouwen (zwarte bak). Ze bestaan uit plastisch gemodificeerd bitumen aangebracht op een scheurbestendige HDPE-draagfolie. Ze zijn geschikt voor de belasting met grondvocht en niet-ophopend kwelwater. KSK-banen overbruggen scheuren in het metselwerk en zijn bestand tegen koude en hitte. De banen kunnen onmiddellijk na het aanbrengen worden belast. Qua materiaal duurder dan de bitumen lasbaan, heeft de koudzelfklevende bitumenafdichtingsbaan als voordeel dat de verwerkingstijd korter is. De zelfklevende afdichtingsbaan wordt over het volledige oppervlak, overlappend en zonder plooien, op de ondergrond gerold terwijl de beschermlaag wordt verwijderd. De banen kunnen ook bij temperaturen net onder het vriespunt worden aangebracht.

Dakvormen
Plat dak

Gewoonlijk is een plat dak een dak met een dakhelling van minder dan 10 graden. Met het Nieuwe Modernisme en de toenemende populariteit van de rechtlijnige ontwerptaal werd het platte dak als dakvorm steeds belangrijker. Door de geringe tot ontbrekende dakhelling moeten platte daken waterdicht worden gemaakt tegen stilstaand en binnendringend water. Voor het veilig doordringen van de dakafdichting zijn op maat gemaakte, geprefabriceerde toebehoren gewenst.

Zadeldak

De meest voorkomende dakvorm in Europa is het zadeldak, dat uit twee tegenover elkaar liggende schuine dakvlakken bestaat. Het wordt ook wel puntgeveldak genoemd. Zadeldaken kunnen op verschillende manieren worden ontworpen en zijn gebaseerd op een eenvoudig constructieprincipe. In zijn basisvorm is het zadeldak al eeuwenlang een beproefde dakvorm. Toch verandert het zadeldak voortdurend, omdat architecten op het gebied van vorm, kleur en materiaalkeuze graag hun stempel drukken. Voorbeelden zijn te vinden op www.DACHKULT.de.

Schuin dak

Met schuine daken bedoelt men daken met een dakhelling van meer dan 20° graden. In Duitsland is het zadeldak een van de populairste dakvormen. De bovenkant van het hellende dak wordt de nok genoemd – de tegenhanger daarvan is de goot, de onderkant van het dak. Schuine daken vereisen op maat gemaakte systemen voor ventilatie, waterbeheer en -afvoer, bescherming tegen sneeuwbelasting, voor de begaanbaarheid en de montage van doorvoeren en extra dakconstructies, zoals zonnepanelen. Het FLECK toebehoren voor schuine daken omvat tegenwoordig enkele duizenden hoogwaardige artikelen.

Dakconstructies
Groendak

Een groendak is een plat dak of schuin dak dat beplant is met vegetatie. De vegetatie wordt direct over het op dakafdichtingsniveau liggende beschermvlies aangebracht en biedt een aantal fysieke en ecologische voordelen: de planten vormen een soort natuurlijke bescherming voor de dakafdichting, egaliseren extreme temperaturen en beschermen zo tegen milieu-invloeden. Dit vermindert de belasting op de afdichting aanzienlijk. Vlies en plantensubstraat vormen een natuurlijk waterreservoir dat regenwater vasthoudt en langzaam en vertraagd laat weglopen.

Bij het vergroenen van een dak wordt een onderscheid gemaakt tussen extensieve en intensieve groendaken. Extensieve groendaken worden voornamelijk beplant met natuurlijk aangelegde vegetatievormen met een geringe groei, zoals mossen en grassen. Dit soort planten hoeft zelden water te krijgen en is bestand tegen hoge temperaturen. Intensieve groendaken omvatten ook zogenaamde daktuinen met vaste planten of zelfs bomen. Het onderhoud is hierbij veel intensiever, aangezien de planten regelmatig water moeten krijgen en verzorgd moeten worden. Daarom moeten intensieve groendaken altijd toegankelijk zijn. Intensief begroeide platte daken worden vaak ontworpen als omkeerdak, een speciaal systeem om platte daken te isoleren.

Om de afwateringspunten van het platte dak regelmatig te kunnen onderhouden, is het aan te raden om de groendakafvoerput van FLECK als controlevoorziening via een afvoer of onderuitloop te installeren. De groendakafvoerput is met een afneembare weerkap uitgerust voor snel onderhoud en inspectie.

Industriedak

Het begrip industriedak is in de bouwsector niet universeel gedefinieerd. Het verwijst voornamelijk naar platte daken van grote hallen waarvan de onderconstructie bestaat uit stalen trapeziumvormige profielen.

Een preciezere definitie wordt gegeven door de Richtlijn Industriebouw (IndBauR) en de eisen voor brandbeveiliging en DIN 18234: structurele brandbeveiliging van daken met een groot oppervlak – brandbelasting van onderaf. Deze regelen de indeling van brandcompartimenten of brandbestrijdingscompartimenten met een dakoppervlak van meer dan 2.500 vierkante meter. DIN 18234 definieert bijvoorbeeld ook de dakconstructie, het ontwerp van doorvoeren en het type ribbenvulling, d.w.z. de elementen die worden gebruikt om de ribben in trapeziumplaten te vullen en af te dichten.

Koud dak

Een koud dak is een dakconstructie die geventileerd wordt boven het isolatieniveau. Het isolatieniveau is zodanig geplaatst dat de lucht kan circuleren tussen de isolatie en de dakafdichting. De geventileerde ruimte dient vooral om vocht dat door de daklagen sijpelt af te voeren en zo condensatie in de dakconstructie te voorkomen. FLECK-gootelementen met professionele luchttoevoerdiameters en de unieke FLECK Europa-gotenfolie op rol maken vakkundige constructie van schuine daken mogelijk in het gootgebied. Het tegenovergestelde van een koud dak is een warm dak, waarbij het extra ventilatieniveau tussen de isolatie en de dakafdichting achterwege kan blijven.

Zonnedak (energiedak)

Een zonnedak – ook energiedak genoemd – wekt warmte of elektriciteit op met alleen zonne-energie. Daartoe wordt op het schuine of platte dak een thermisch zonnesysteem of een fotovoltaïsch systeem geïnstalleerd. Bij een schuin dak worden beide systemen geïnstalleerd boven de dakpannen of als fotovoltaïsche systemen in het dak resp. met zonnedakpannen.

Een fotovoltaïsch systeem zet zonlicht om in elektriciteit. De situatie is anders bij een thermisch zonnesysteem: dit gebruikt de warmte van de zon om water te verwarmen voor verwarming of huishoudelijk gebruik. Een zonnedak kan zowel op een plat dak als op een schuin dak worden geïnstalleerd, is klimaatvriendelijk en ook economisch zeer rendabel omdat zonne-energie gratis is. Huiseigenaren en huizenbouwers die overstappen op zonne-energie bij nieuwbouw of als onderdeel van een moderniseringsproject kunnen vaak profiteren van subsidies. De Duitse branchevereniging voor zonne-energie (Bundesverband Solarwirtschaft e. V.) kan u hierover meer informatie geven.

FLECK biedt op het gebied van zonne-toebehoren eenvoudig te installeren producten voor schuine daken zoals de zonnedoorvoerpannen of de zonnesteunpannen aan om het fotovoltaïsche of thermische zonne-energiesysteem professioneel te kunnen installeren. Voor kabel- en leidingdoorvoeren op een platdak heeft de installateur de beschikking over doorvoeroplossingen zoals onze FLECK-zwanenhalzen tot DN 300 (bundeling van leidingen) en onze Schrumpfis (aparte leidingen).

Omkeerdak

Een speciaal systeem voor het isoleren van platte daken is het zogenaamde omkeerdak. Anders dan bij de conventionele methode, waarbij de structuur van de daklaag van bovenaf wordt beschermd door een afdichting, wordt waterbestendig isolatiemateriaal, dat in een of meer lagen en zonder warmtebruggen wordt aangelegd, meer blootgesteld aan het weer buiten.

Bij een omkeerdak ligt de afdichting – meestal een bitumen- of kunststofbaan – onder de isolatieplaten. Deze wordt meestal rechtstreeks op de dragende structuur van het platte dak gelegd, bijvoorbeeld op het bovenste plafond van gewapend beton van het gebouw.

Het isolatiemateriaal wordt daarentegen niet afgedicht, maar van bovenaf bedekt met een vlies en verzwaard met bijvoorbeeld een losse grindvulling of een groendakstructuur, en zo beschermd tegen windzuiging. De isolatieplaten worden bij omkeerdaken namelijk meestal los gelegd. Het grind beschermt de isolatie echter niet tegen vocht door regen of sneeuw. Dit geldt ook voor het vlies. Dit is vooral bedoeld om te voorkomen dat delen van de grindvulling in de isolatielaag terechtkomen en zich bijvoorbeeld ophopen in de voegen tussen de isolatieplaten. Het vlies is dus waterdoorlatend, althans in het geval van conventionele omkeerdaken.

Aangezien de isolatie zich vaak in natte buitenruimtes bevindt, kunnen alleen materialen worden gebruikt die bestand zijn tegen vocht. Omkeerdaken worden vaak gebouwd met geëxtrudeerd polystyreenhardschuim (XPS). Dit absorbeert heel weinig water en wordt beschouwd als rotbestendig. XPS is echter niet UV-bestendig, wat nog een reden is waarom bijvoorbeeld de grindvulling belangrijk is. Tegelijkertijd beschermt de isolatie de onderliggende dakafdichting tegen grote temperatuurgerelateerde spanningen en mechanische schade.

Opgaande componenten, zoals onze FLECK platdakventilator en platdak-doorvoeren kunnen voor omkeerdaken, in overeenstemming met de technische voorschriften worden verlengd met de hoogte van de extra opbouwlagen. Als het dak wordt verzwaard door groendakconstructies, raden we het gebruik van onze FLECK  groendakschacht aan.

Warm dak

Een warm dak is een dakconstructie waarbij er geen luchtcirculatie is tussen de isolatielaag en de watervoerende lagen of de afdichtingen. Het tegenovergestelde van een warm dak is een koud dak, waarbij de lucht wel boven het isolatieniveau kan circuleren.

Afwatering
Grindvanger

De grindvanger wordt boven de platdakonderuitloop of -afvoer gemonteerd om de afwateringsleiding te beschermen tegen verstoppingen. Volgens DIN 18531-3, punt 78 is de grindvanger een component die grove vaste deeltjes tegenhoudt. Bij regelmatig onderhoud moet deze worden gereinigd en vrijgemaakt van afzettingen om volledige functionaliteit te garanderen. Voor de ROOFGUARD biedt FLECK speciale grindvanger-hulpmodules aan om het hefmechanisme te beschermen.

Bladzeef

De bladzeef, ook wel blad- of grindvanger genoemd, wordt boven de platdakonderuitloop of -afvoer van het platte dak gemonteerd om altijd een vrije afwatering te garanderen. Het is raadzaam om de bladzeven tijdens het reguliere onderhoud schoon te maken en eventuele aanslag te verwijderen, zodat ze goed blijven functioneren. Speciale bladzeven zoals de innovatieve ROOFGUARD hebben een zelfreinigend mechanisme. Hierdoor kunnen zware regen- en hagelbuien ongehinderd wegstromen, waardoor het dak altijd beter beschermd is (24/7).

Noodoverloop

Volgens DIN EN 12056 wordt onderscheid gemaakt tussen normale neerslaggebeurtenissen en zogenaamde één-per-eeuwse neerslaggebeurtenissen. De afvoercapaciteit van dakafvoeren resp. onderuitlopen en afvoerbuissystemen zijn gedimensioneerd op basis van de regelmatig voorkomende regenval, rekening houdend met de geografische locatie. Extra regenmassa’s, zoals te verwachten in het geval van een eeuwse regenbui, worden extra afgevoerd via geschikte noodoverlopen naar hiervoor bestemde open gebieden. Een noodoverloop met en zonder opstaande rand kan, afhankelijk van het ontwerp en de afvoercapaciteit, zowel in het dakvlak als in de borstwering worden ingebouwd. FLECK noodoverlopen passen overeenkomstig de betreffende afwateringsberekening op alle platdakoppervlakken.

Noodafwatering

Een noodafwatering dient om, bij hevige regenval die de normale neerslaghoeveelheid overschrijdt, de watermassa’s snel van het platte dak af te voeren, zodat daken en de bijbehorende gebouwen dergelijke regenval met zo min mogelijk schade kunnen doorstaan. Bij de installatie van noodafwateringssystemen worden meestal ronde of vierkante noodoverlopen op de borstwering gebruikt of noodafvoeren met buissystemen. Deze zijn verantwoordelijk voor het afvoeren van het water naar de riolering, naar het terrein of naar regenputten.

Belangrijk: sinds 1995 wordt noodafwatering op platte daken gespecificeerd in de norm DIN 1986-100.

Bij het installeren van een noodafwatering moet rekening worden gehouden met een aantal factoren. Het afvloeiende water mag bijvoorbeeld niet in het hoofdafwateringssysteem terechtkomen, maar moet met een vrije uitloop worden afgevoerd naar gebieden die kunnen overstromen zonder schade te veroorzaken. Bovendien moet het noodafwateringssysteem samen met het hoofdafwateringssysteem in staat zijn om de verwachte “één keer per eeuwse” neerslag van de bouwplaats af te voeren. Voor gebouwen met een speciale beschermingsgraad moet het noodafwateringssysteem alleen al zodanig worden aangelegd dat het een “eeuwse” regenbui volledig kan afvoeren.

Het FLECK-assortiment omvat verschillende oplossingen voor noodafwatering zoals de platdak-noodoverloop in het oppervlak DN 70–DN 150, de platdak-hoekafvoer met 3,5 cm opstaande rand (spuwer-noodoverloop), de vierkante platdak-noodoverloop “BIG” of “GIGANT”. Om er zeker van te zijn dat bij de planning van nieuwbouw of renovatie rekening wordt gehouden met de correct gedimensioneerde afwateringstoebehoren, moet voorafgaand aan de bouw een berekening worden gemaakt voor een standaard hoofd- en noodafwatering.

Zwaartekrachtafwatering

Bij zwaartekrachtafwatering wordt het water van een plat dak afgevoerd via onderuitlopen en een met verval aangelegd buizensysteem naar de ondergrondse leiding. Zwaartekrachtafwatering werkt volgens het principe van de zwaartekracht en werkt als volgt: de buizen zijn altijd gevuld met een gedeeltelijke hoeveelheid water. Als het waterniveau in de buizen tot een bepaald niveau stijgt, wordt het water via het verval in het buizensysteem in de ondergrondse leiding gespoeld. Van daaruit stroomt het dan via het hoofdafwateringssysteem naar de riolering of naar de grond of naar een opvangput. Een verval is daarom voor zwaartekrachtafwatering verplicht. Bovendien zijn voor zwaartekrachtafwatering vaak grotere nominale buisdiameters en -hoogtes nodig, omdat deze altijd gevuld moeten zijn met water.

In principe kan zwaartekrachtafwatering op elk platdakoppervlak worden gebruikt. Het aantal platdakafvoeren dat nodig is, wordt bepaald en gedimensioneerd afhankelijk van de grootte van het dakoppervlak en andere borstweringen en muurvlakken die op het platte dak afwateren.

FLECK biedt verschillende oplossingen voor zwaartekrachtafwatering: van platdak-onderuitlopen via platdak-afvoerenplatdak-renovatieafvoerenplatdak-hoekafvoeren (spuwers) met of zonder opstaande rand en rechthoekige platdak-noodoverlopen tot aan geschikte beschermingsvoorzieningen zoals platdakzeven en grindvangers, met en zonder zelfreinigend mechanisme.

Drukafwatering

Drukafwatering wordt vooral gebruikt bij grote dakoppervlakken met een minimale hoogte van 4,2 meter voor de afvoerpijpen. Het regenwater verzamelt zich in de individuele platdakafvoeren of -onderuitlopen en wordt vervolgens via een gemeenschappelijke verzamelleiding zonder verval in de verticale valleiding gespoeld. De verzamelde en wegstromende waterkolom creëert een onderdruk, waardoor een snelle en effectieve dakafwatering met een hoog debiet mogelijk is via de relatief kleine afvoerbuizen. Vergeleken met zwaartekrachtafwatering moet bij drukafwatering met een paar extra dingen rekening worden gehouden, zowel wat betreft de afvoeren als het bijzonder belaste leidingwerk. Alle componenten werken alleen binnen het systeem en moeten altijd nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd.  

FLECK biedt voor zwaartekrachtafwatering een uitgebreid assortiment producten voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. FLECK biedt momenteel geen systeemoplossing voor drukafwatering.  

Ontluchter
4-in-1-platdakventilator

De 4-in-1-platdakventilator van FLECK is de allrounder-ventilator DN 125 / DN 100 voor het platte dak. Het flens- resp. kraagmaterial bestaat naar keuze uit hard PVC, bitumen lasbaan, EPDM en een omvangrijk folieprogramma. Zoals de naam al doet vermoeden, combineert deze ventilator vier functies in één product: ten eerste een rioolbeluchter DN 100, ten tweede een rioolbeluchter voor DN 125, ten derde een rioolbeluchter voor een DN 100 ventilatorbuis ten vierde een ontspanningsventilator. Indien nodig kan de weerkap eenvoudig verwijderd worden door hem te draaien.

De 4-in-1-platdakventilator is ook in de uitvoeringen met Condenswaterafscheider en deflectorkap beschikbaar en is bijvoorbeeld geschikt om een doorweekte isolatielaag van een plat dak opnieuw te drogen. Aparte lengtes voor de systeembuizen en thermische isolatie kunnen bij FLECK op aanvraag worden meegeleverd.

4-in-1-systeembuizen

De 4-in-1-systeembuizen van FLECK zijn ontwikkeld om op de 4-in-1-platdakventilator te worden geschroefd. De buizen zijn in de nominale diameters DN 100 en DN 125 elk met of zonder terugslagklep beschikbaar. De integratie van de terugslagklep aan de productiezijde bespaart de dakinstallateur tijd en geld, omdat deze niet meer ter plaatse geïnstalleerd hoeft te worden. Met de systeembuizen DN 100 resp. DN 125 (zonder terugslagkleppen) wordt de 4-in-1-platdakventilator snel tot een rioolbeluchter DN 100 resp. DN 125.

Aura-ventilator

De Aura-ventilator DN 125 behoort tot de FLECK-toebehoren voor schuine daken. Deze ventilator kan op daken met een helling tot 60° loodrecht en individueel worden ingesteld. De Aura-ventilator is uitgerust met een gemakkelijk afneembare weerkap en is daardoor veelzijdig in gebruik. Dankzij het meegeleverde verloopstuk kan de nominale diameter worden verkleind van DN 125 naar DN 100. Optioneel is hij met deflectorkap leverbaar.

Eurolüfter

De Eurolüfter DN 125 wordt gekenmerkt door zijn compacte ontwerp. Dankzij de eenvoudig afneembare beschermkap is hij geschikt voor het ventileren van zowel afvalwaterleidingen als woonruimten. Eurolüfters kunnen, dankzij het verloopstuk, qua nominale diameter van DN 125 naar DN 100 worden verkleind en zijn verkrijgbaar in een groot aantal dakpantypen en kleuren. Andere toepassingsmogelijkheden: daklei/dakspaan en vezelcement-golfplaten.

Terugslagklep voor motorisch aangedreven ontluchtingen

Een terugslagklep aan de buitenste uitgang van een ventilatieleiding voorkomt dat in de winter koude lucht naar binnen stroomt of dat warme lucht ongecontroleerd ontsnapt. Een terugslagklep is bij alle gemotoriseerde ontluchtingssystemen mogelijk en nuttig. Deze zijn vooral geschikt voor slecht geventileerde ruimtes. Dit zijn bijvoorbeeld binnenbadkamers, keukens en lounges waar mechanische luchtverversing een optie is. Verder zijn terugslagklep vooral nuttig bij ventilatoren op platte daken, omdat daar de luchtkanalen naar buiten toe vaak aanzienlijk korter zijn dan bij schuine daken en koude lucht sneller het gebouw kan binnenkomen.

Bij FLECK kunnen terugslagklep van DN 100 tot DN 150 optioneel al in het productiestadium worden geïntegreerd in de volgende ventilatoren: Aura-ventilator, Eurolüfter, Sani Extra, rioolbeluchter Duo, Dampventilator DN 150 of 4-in-1-platdakventilator. Maatwerk zorgt voor aanpassing aan de bestaande schuine dakbedekking: FLECK kan ventilatoren produceren voor bijna 300 dakpanmodellen en ze verven in de kleur van de bestaande kleidakpannen of betonnen dakpannen.

In het platdakassortiment biedt FLECK bijvoorbeeld voor de 4-in-1-platdakventilator een grote keuze aan geschikte flenskragen van bitumen of kunststof en elastomeer dakbanen.

FLECK-terugslagkleppen bieden naast het energiebesparende effect nog andere voordelen, zoals het moeilijker maken voor insecten of knaagdieren om binnen te dringen. Ze helpen ook condensatie te voorkomen die kan ontstaan door de warme, vochtige lucht die wordt afgezogen. De kleppen gaan zelfs bij lage luchtstromen open, zodat de aangesloten ventilatoren niet op maximale snelheid hoeven te draaien.

Opmerking: let op dat terugslagkleppen niet mogen worden toegepast bij ventilatoren aan afwateringsleidingen (strengontluchting). Door de onderdruk die bij het spoelen in de afwateringingsleiding kan optreden, kunnen sifons gemakkelijker worden leeggezogen.

Sani Extra

De Sani Extra is een veelgebruikte en populaire dakpanventilator voor schuine daken. Dankzij zijn bijzonder compacte ontwerp en aantrekkelijk klassiek design is hij geschikt voor alle standaard dakpannen, dakleien/dakspanen en golfplaten. Het is de enige FLECK ventilator voor schuine daken die optioneel kan worden gebruikt met een aansluitbuisstuk onder een hoek van 90° (loodrecht op het dakoppervlak), wat bijvoorbeeld een voordeel kan zijn bij dakisolatiesystemen.

Dampventilator

Damp is een algemene term voor afvoerlucht die verzadigd is met waterdamp, die ook als nevel verschijnt bij hogere omgevingstemperaturen en ook vermengd kan zijn met vettige dampen. Veel voorkomende bronnen van dampen zijn commerciële keukens, bakkerijen en bijvoorbeeld ook elektriciteitscentrales. Vanwege de relatief grote luchtvolumes worden in deze gevallen vaak gemotoriseerde ventilatiesystemen met een diameter vanaf DN 150 gebruikt. FLECK dampventilatoren zijn ontworpen voor alle schuine en platte daken in nominale diameters tot DN 500 en kunnen naar wens worden uitgerust met krachtige ventilatorkappen (deflectorkap) en condenswaterafscheiders.

Productie
Polyethyleentereftalaat (PETG)

Polyethyleentereftalaat (afgekort PET) is een thermoplastisch materiaal dat de meeste mensen kennen in de vorm van PET-flessen. PETG is een met glycol gemodificeerd PET dat wordt gekenmerkt door zijn bijzonder hoge transparantie en lage viscositeit. FLECK gebruikt dit materiaal voor de productie van zijn lichtpannen die daarom bijna 100% lichtdoorlatend zijn.

Polypropyleen (PP)

Polypropyleen is een thermoplastisch materiaal met een goede hittebestendigheid. Over het algemeen is polypropyleen een van de meest gebruikte kunststoffen, vooral in de voedingsmiddelen- en auto-industrie. Polypropylen-flenzen genieten de voorkeur bij daktoebehoren voor rechtstreekse aansluiting op FPO/TPO-dakbanen.

Polyvinylchloride (pvc)

PVC staat voor de kunststof polyvinylchloride, die al tientallen jaren beproefd is en onderverdeeld wordt in PVC-U (hard PVC) en PVC-P (week PVC). Bij FLECK wordt PVC-U gebruikt. Door toevoeging van speciale additieven kan het materiaal verder worden verfijnd en aangepast aan een breed scala aan toepassingen en vereisten. Dankzij de uitstekende thermoplastische materiaaleigenschappen wordt PVC gebruikt voor bouwproducten voor binnen en buiten. FLECK gebruikt dit veelzijdige materiaal al meer dan 50 jaar voor de productie van thermisch gevormde daktoebehoren voor platte en schuine daken.

Wettelijke eisen en normen
Ventilatie van liftschachten

Specifieke informatie over de vereisten bij liftschachten vindt u bijvoorbeeld in DIN EN 81-20. Volgens de Musterbauordnung (§ 39 lid. 3, MBO) moeten liftschachten geventileerd worden en een opening hebben voor rookafzuiging met een vrije diameter van minstens 2,5 procent van het vloeroppervlak van de liftschacht, minimaal echter 0,10 m2. De opening mag voorzien zijn van een sluiting die in geval van brand automatisch opengaat en vanaf ten minste één geschikte plaats bediend kan worden. De positie van de rookafvoeropeningen moet zodanig worden gekozen dat de rookafvoer niet wordt belemmerd door invloed van wind.

Naast de Arbeidsverordening zijn dit bouwvoorschriften waarin architecten, gespecialiseerde planners en liftinstallateurs  nauwkeurige richtlijnen kunnen vinden voor de professionele planning en installatie van liftschachtontluchting. Zo kunnen natuurlijk werkende rookafvoersystemen voor liftschachten in overeenstemming met de bouwvoorschriften correct en vooral op een energie-efficiënte manier worden gepland en uiteindelijk geïnstalleerd.

Hiervoor moet een voorgeschreven ontluchtingsopening worden geïnstalleerd. Het economische Dampventilator van FLECK is ideaal voor de luchttoevoer- en -afvoer van liftschachten. FLECK dampventilators zijn voor schuine en platte daken in nominale diameters tot DN 500 (1885 cm2) ontworpen, was gebruik voor een schachtdiameter van max. 7,5 m2 toestaat. In geïsoleerde uitvoering zijn ontluchtingsdiameters tot DN 400 (ca. 1200 cm2) beschikbaar. Deze kunnen worden gebruikt in liftschachten met een schachtdoorsnede tot 4,8 m2, volgens de 2,5%-regel. Natuurlijk kunnen ze ook qua kleur worden aangepast aan de omgeving van de bestaande dakbedekking.

Bouwmateriaalklasse

In Duitsland kunnen bouwproducten worden geclassificeerd als brandbare (B1, B2, B3) en onbrandbare (A1, A2) bouwmaterialen met betrekking tot hun brandeigenschappen in overeenstemming met de klassen die zijn weergegeven in DIN 4102, voor zover hiervoor geen geharmoniseerde Europese productnormen en verificatieprocedures kunnen worden gebruikt. Alleen bij producten waarvoor een CE-markering aanwezig is, is een classificatie in overeenstemming met de bepalingen van DIN EN 13501 (Europese bouwmateriaalklassen) vereist. Dit geldt alleen voor de volgende FLECK-producten: FLECK roosterpan en FLECK dakpan met veiligheidsprofiel (zie de informatie over de betreffende producten in het downloadgedeelte).

Licht ontvlambare producten van bouwmateriaalklasse B3 volgens DIN 4102 mogen echter nog steeds niet in de bouw worden gebruikt. De toebehoren voor schuine en platte daken van FLECK voldoen aan de bestaande eisen voor brandvertragende B1 en normaal brandvertragende B2 bouwmaterialen voor daken zoals beschreven in DIN 4102.

Bouwproductenverordening (BauPVO)

De bouwproductenverordening is een wettelijke verordening van de Europese Unie en de wettelijke basis voor het op de markt brengen en beschikbaar stellen van geharmoniseerde bouwproducten  op de Europese markt. Deze definieert de eisen voor de zogenaamde prestatieverklaring en CE-markering. De BauPVO heeft sinds 1 juli 2013 de voomalige Bouwproductenrichtlijn (CPD) uit het jaar 1988 vervangen. Dit heeft ook geleid tot enkele wijzigingen in de etikettering van onze FLECK producten, aangezien de zogenaamde EG-verklaring van overeenstemming is vervangen door de prestatieverklaring..

CE-markering

De CE-markering documenteert dat de fabrikant voldoet aan alle wettelijke vereisten voor het gelabelde product die de Europese Gemeenschap stelt aan het betreffende product met betrekking tot het op de markt brengen ervan. De letters C en E staan voor “Conformité Européenne” en betekenen “Europese conformiteit”. De CE-markering wordt aangebracht op bouwproducten waarvoor de fabrikant volgens de bouwproductenverordening  een prestatieverklaring moet afgeven.

Als producten aan hoge veiligheidseisen moeten voldoen, moet bij de conformiteitsbeoordelingsprocedure een geaccrediteerde externe testinstantie worden betrokken en aangesteld. Dit kunnen deskundigen zijn op het gebied van de toepasselijke EU-regelgeving, zoals die van de TÜV of van geschikte testlaboratoria. Zodra een dergelijk product de CE-markering heeft, kan het zonder aarzelen op de Europese markt worden verkocht. Veiligheidsrelevante producten van FLECK zijn bijvoorbeeld de dakpan met veiligheidsprofiel en de roosterpan voor schuine daken. Deze hebben een CE-markering volgens DIN 516: “Geprefabriceerde toebehoren voor dakbedekkingen – Uitrusting voor toegang tot het dak – Looppaden, loopvlakken en afzonderlijke treden”. De bijbehorende prestatieverklaring vindt u in het downloadgedeelte op de betreffende productpagina’s.

Prestatieverklaring (LE of DoP, Declaration of Performance)

Sinds 1 juli 2013 zijn fabrikanten verplicht om voor elk bouwproduct dat onder een geharmoniseerde Europese norm (hEN) of een Europese technische beoordeling (ETA) valt, de distributeur en de verwerker een prestatieverklaring in gedrukte of elektronische vorm te verstrekken voor elk van hun producten die onder de bouwproductenverordening (BauPVO) vallen. De prestatieverklaring in overeenstemming met de BauPVO heeft de hiervoor geldende EG-conformiteitsverklaring vervangen en is gelijkwaardig aan een certificaat. De verklaring bevat onder andere:

  • een verwijzing naar het type toepassing van het bouwproduct
  • informatie over de procedure of het systeem dat is gebruikt om het bouwproduct te testen
  • informatie over de geharmoniseerde EU-norm (incl. publicatiedatum) die is gebruikt om de essentiële kenmerken te beoordelen
  • informatie over de eisen waaraan het bouwproduct minimaal voldoet
Markttoezicht

In Duitsland wordt de naleving van de voorschriften voor CE-etikettering en de prestatieverklaring gecontroleerd door het zogenaamde markttoezicht, dat onder de verantwoordelijkheid van de deelstaten valt. De markttoezichtautoriteiten van de deelstaten voeren steekproeven uit op locatie – bijvoorbeeld in bouwmarkten, in de bouwmaterialenhandel of bij de douane. Het Duitse Instituut voor Bouwtechniek in Berlijn (DIBt) is de gezamenlijke markttoezichtautoriteit van de deelstaten en is verantwoordelijk voor de centrale coördinatie. Op de Homepage van het DIBt vindt u meer actuele informatie over de bouwproductenverordening, prestatieverklaringen, CE-etikettering en markttoezicht.